top of page

Digitale basisvaardigheden

De docent beschikt over de digitale basisvaardigheden om ICT in het onderwijs effectief te kunnen inzetten in lessituaties én in de onderwijsorganisatie.
Deze vaardigheden zijn gebaseerd op de digitale basisvaardigheden die voor de hele Nederlandse beroepsbevolking van toepassing zijn. Deze basisvaardigheden zijn voorwaardelijk om ICT effectief in te kunnen zetten in het leren, lesgeven en organiseren van onderwijs.

2.1 Hardware

2.1.1) De docent toont aan diverse hardware te kunnen benoemen, aansluiten en bedienen.

 

Op het MLG heeft ieder lokaal een digibord, ik hoef dus nooit mijn laptop mee te nemen. Het digibord zet ik met een knopje aan de zijkant van het bord aan alsook het beeldscherm. Hierna log ik in met mijn persoonlijke wachtwoord zodat ik op de server van o2g2 kom. Ik gebruik hiervoor meestal het toetsenbord op het scherm aangezien de batterijen uit de muis vaak ontbreken. Wanneer ik naar Prowise ga, heb ik daarvoor een ander wachtwoord nodig, met behulp van een digipen kan ik op het bord schrijven (indien niet aanwezig schrijf ik met mijn vinger op het bord). PowerPoints maak ik thuis en deze mail ik naar mijn werkmail die ik op school opstart via Google Chrome webmail.o2g2.nl.

Wanneer mijn lessen gefilmd worden zet ik dit op een USB-stick. Thuis plaats ik dan de filmpjes in een apart mapje en leeg ik de USB-stick.

 

Onderstaande foto’s tonen aan hoe ik een filmopname laat zien door middel van een USB-stick, hoe ik op Prowise de agendacheck met mijn mentorklas doe

251.jpg
252.jpg
253.jpg

2.2 Software

 

 

2.2.1) De docent toont aan over algemene kennis van ICT te beschikken en de vaardigheden ten aanzien van bestandsbeheer te beheersen.

255.jpg

Wanneer ik met mijn medestudenten aan één groepsdossier werk, doen we dit in Google Drive aangezien ons NHL-account daaraan gekoppeld is, Zodoende kan iedereen zijn deel aanvullen. De dossiers van jaar 1 en 2 van de NHL heb ik opgeslagen in OneDrive, zodat alle belangrijke documenten ‘in de cloud’ terug te vinden zijn. Nu deze vol is en ik daarvoor extra ruimte moet kopen, e-mail ik met regelmaat belangrijke dossiers naar mijn eigen werk- en schooladres. Sinds mijn laptop is gecrasht, sla ik ook regelmatig belangrijke dossiers, filmpjes en foto’s op een externe harde schijf en zet ik de dossiers waar ik op dat moment in werk op een USB-stick. Dit raad ik mijn leerlingen ook aan en vertel ze erbij dat ik dan ook geen smoesjes wil horen dat ze hun werk niet kunnen inleveren omdat hun computer gecrasht is. Wanneer er zich problemen voordoen met mijn laptop, kan ik doorwerken wanneer mijn laptop gerepareerd wordt.

2.2.2) De docent toont aan dat hij de vaardigheden beheerst om met software effectieve samenwerking en communicatie tot stand te brengen.

 

Naast het werken met medestudenten aan een gezamenlijk dossier in Google Drive, werk ik op het MLG met Magister v6.1.37. van o2groningen.magister.net. Nadat ik mijn gebruikersnaam voor o2g2 en mijn wachtwoord heb ingevuld, moet er nog een extra stap ter beveiliging ingevuld worden. Dit is een authenticatiecode die ik op mijn telefoon ontvang via een app. Op magister registreer ik alle relevante zaken betreffende mijn mentorleerlingen in een logboek. Daarbij geef ik aan wie toegang heeft tot deze privacygevoelige informatie. Ook kondig ik op tijd de toetsen aan in de agenda van mijn klassen, daarin kan ik ook zien of andere collega’s al toetsen hebben ingepland.

256.jpg

Op Maestro volg ik mijn lesrooster en voer ik cijfers en absentie van mijn leerlingen in, kan ik telefoonnummers, emailadressen en de roosters van mijn collega’s en leerlingen opzoeken. Korte updates communiceer ik via WhatsApp.

2.2.3) De docent toont aan dat hij kan omgaan met standaard kantoortoepassingen: tekstverwerkers, spreadsheetprogramma’s en presentatiesoftware.

 

De afgelopen jaren heb ik enorm veel mogelijkheden leren kennen die Word te bieden heeft.

Onderstaande poster heb ik gemaakt als samenvatting voor mijn praktijkonderzoek.

257.jpg

Voor de dossiers die ik samen met medestudenten maak, gebruik ik de functie opmerkingen weergeven onder het tabje controleren, in de strook rechts van het word-bestand schrijf ik dan mijn feedback. Voor mijn dossiers nummer ik de pagina’s automatisch en gebruik ik de automatische inhoudsopgave. Gebruikte bronnen vul ik in onder tabje verwijzingen waarbij ik kies voor stijl APA.

258.jpg

Voor mijn praktijkonderzoek heb ik de resultaten van de nul- en eindmeting van een leerlingenenquête  verwerkt in Excel

2581.jpg

2.2.4) De docent toont aan dat hij een presentatie kan ondersteunen door gebruik te maken van software en hardware.

Al mijn lessen bereid ik voor met een PowerPoint. Ervaring heeft me geleerd om één PP per hoofdstuk te maken. Zodoende kan ik, met een toets in het vooruitzicht, leerlingen de stof nog eens extra uitleggen van de eerste paragraaf wanneer we aan het eind van het hoofdstuk zijn beland. In mijn PowerPoints verwerk ik ook de links van websites zoals Cambiumned of YouTube filmpjes, wanneer ik het scherm op ‘presentation-mode’ zet, werken de hyperlinks door even het bord aan te raken.

 

Onlangs heb ik mijn mentorleerlingen op hun mobiele telefoon laat stemmen (m.b.v. Mentimeter) wat het volgende klassenuitje gaat worden. 

3001.jpg
3003.jpg
3002.jpg
3011.jpg

2.2.5) De docent toont aan dat hij kan werken met de elektronische leeromgeving, portfoliosoftware, (leerling gerelateerde) administratieve systemen van de school.

Met dit screenshot van mijn Maestro-app toon ik aan dat ik zowel op mijn laptop als op mijn telefoon cijfers kan invoeren. Vanwege de privacy van mijn leerlingen laat ik geen namen zien. In deze elektronische leeromgeving voer ik naast cijfers ook andere relevante informatie zoals absentie in. De opmerkingen (ne203) voer ik liever uit op mijn laptop aangezien dit langere stukken tekst zijn die op het rapport van de leerling komen te staan.

3012.jpg

Via een onlineplanner heb ik aan de organisatie van

de Cultuur Marathon kenbaar kunnen maken

welke workshops ik zou willen begeleiden in april.

3013.jpg

2.2.6) De docent toont aan dat hij educatieve software, serious games en mobiele apps kan inzetten.

Met de poëzie-app PuzzlingPoetry  http://www.puzzlingpoetry.nl/ ondervinden leerlingen zelf het belang van woordsoorten en syntaxis door te puzzelen met woorden totdat het gedicht goed in elkaar geschoven is. Wanneer een leerling snel klaar is met zijn huiswerk in de klas laat ik hem/haar deze app downloaden.

Onderstaande les heb ik gegeven om poëzie aantrekkelijker te maken voor leerlingen die niks met ‘lezen’ hebben. Er is door iedereen met veel enthousiasme aan gewerkt. Doel was om het verband te leggen tussen tekst en beeld en hoe dit elkaar kan versterken.

3100.jpg
3101.jpg
3102.jpg
3103.jpg

2.2.7) De docent toont aan dat hij foto’s, video’s en audio digitaal kan maken, bewerken/converteren, publiceren en delen.

 

Voor mijn studie ben ik vaak gefilmd door mijn beeldcoach. Deze opnames van 50 minuten bewerk ik op mijn laptop waarna ik fragmenten van twee minuten selecteer en deze per We Transfer verstuur naar mijn docenten op de NHL. Sommige bestanden zijn zo groot dat ze niet als bijlage verstuurd kunnen worden, via We Transfer is dit wel mogelijk. Ik vul het e-mailadres in van degene waarnaar het verstuurd moet worden, daarna upload ik het bestand. Als de ontvanger het bestand heeft gedownload, krijg ik hiervan een bevestiging.

 

De ingevulde rubrics die ik van docenten ontvang, staan vaak in een Pdf-bestand. Ook wanneer ik documenten thuis scan, krijg ik deze in een Pdf-bestand. Op internet zoek ik dan een online Pdf-converter zoals https://www.2pdf.nl/ om de extensie van Pdf om te zetten naar JPG/Word.

3200.jpg

2.2.8) De docent toont aan dat hij kan werken met digitale toetssystemen.

 

Na het lezen van een lijsterboek worden de leerlingen gecontroleerd of ze het boek daadwerkelijk hebben gelezen. Drie keer per jaar moeten ze tien multiplechoicevragen over het gelezen boek beantwoorden. Dit wordt normaal gesproken op papier gedaan. Ter afwisseling heb ik op Quizizz.com een toets gemaakt. Quizizz is een tool waarmee je een toets kunt maken (net als Kahoot) maar je kunt Quizziz ook als huiswerk inzetten. De docent kan de scores van de leerlingen nadien nakijken door de resultaten te downloaden. Ook krijg je een goed overzicht welke vragen (te) moeilijk of (te) gemakkelijk waren. Het competitie-element is voor veel leerlingen een extra stimulans.

Voordelen van deze digitale boekentoets t.o.v. de papieren toets volgens de leerlingen zijn:

-             hoef ik niet te schrijven

-             lekker overzichtelijk

-             makkelijk in te vullen

-             ik zie gelijk of ik het goed of fout heb en dat motiveert

-             leuk om te zien hoe anderen in de klas het doen

Nadelen van deze digitale boekentoets t.o.v. de papieren toets volgens de leerlingen zijn:

-             bij twijfel kun je niet terug naar de vorige vraag

-             tijdsdruk (dit zou op te lossen zijn door de tijdslimiet per vraag uit te schakelen)

1908bcabc5358152a358f10145383376.jpg

2.3 Storingen

2.3.1) De docent is in staat om kleine storingen zelf te benoemen en/of te verhelpen.

 

Wanneer mijn laptop vastloopt of wanneer ik geen Wifi heb probeer ik CTRL-ALT-DELETE of start ik mijn computer opnieuw op. Als op school het beginscherm van het digibord niet opstart, is het mogelijk dat er nog een USB-stick inzit. Op het MLG is geen ICT-hulp aanwezig, maar bij problemen kan ik bellen met de ICT-servicedesk, dit nummer heb ik in mijn telefoon gezet

bottom of page