top of page

Media- en informatiegeletterdheid

ICT in het onderwijs

Wij leven in een maatschappij waar technologie, en met name de ontwikkeling van het internet en sociale media, de wijze waarop wij met informatie omgaan, leren en samenwerken fundamenteel verandert.
De docent is hierin rolmodel en begeleidt zijn leerlingen in het opdoen van kennis en vaardigheden om op een veilige manier gebruik te maken van de verworvenheden van het internet en om deze effectief in te zetten voor het eigen leren van de leerling.
De docent is mediawijs en informatievaardig en beschikt over vaardigheden op het terrein van digitaal kennismanagement. De docent begeleidt leerlingen in het adequaat gebruik maken van digitale bronnen en communicatie.

3.1.1) De docent toont aan dat hij adequaat gebruik kan maken van zoekmachines en databases om zo digitaal (leer-) materiaal te ontsluiten.

3400.jpg
3402.jpg
3401.jpg
3403.jpg

Ik maak dagelijks veel gebruik van Google om informatie te zoeken op internet. Voor mijn studie heb ik voor het zoeken naar wetenschappelijke artikelen ook gebruik gemaakt van Google Scholar https://scholar.google.nl/ . Wanneer ik een specifieke vraag heb over onderwijs of op het gebied van taal dan zoek ik gerichter op websites zoals SLO, Leraar24, de Taalunie of Onze Taal. Zoekmachines zoals Bing of Yahoo zijn naar mijn idee niet gebruiksvriendelijk en ga ik uit de weg. Mijn leerlingen laat ik ook regelmatig iets opzoeken via Google, ik leer ze dan dat ze de zoekterm niet te algemeen moeten maken. Op bijgaande foto’s is te zien dat ze informatie moesten zoeken over het boek Like me van Caja Cazemier. Wanneer je alleen de titel intoetst, verschijnt er informatie over een Belgische jeugdserie. Veel leerlingen waren hier verbaasd over, toen ze erbij vermeldden dat het om een boek ging, kregen ze de juiste informatie te zien.

3.1.2) De docent toont aan dat hij sites kan beoordelen op betrouwbaarheid en authenticiteit en dat hij het belang hiervan kan overbrengen op zijn leerlingen.

Door mijn studie heb ik meer ervaring opgedaan om te beoordelen of een site betrouwbaar is. Ik kijk naar de datum van publicatie, of de schrijver deskundig is en hij/zij het namens een organisatie geschreven heeft of uit persoonlijke overwegingen. Ook zegt het veel of een verkondigde mening voldoende met feiten beargumenteerd wordt en of er sprake is van (sluik)reclame.

Wikipedia vind ik prettig om mee te starten en van daaruit verder te zoeken in hun voorgestelde bronnenlijst. Vooral nu er zoveel fakenews te vinden is, is het belangrijk om leerlingen op  betrouwbaarheid van internetbronnen te wijzen. De website van de bibliotheek geeft tips en trucks om snel de juiste en betrouwbare informatie te kunnen vinden.

webdetective_460px.png

3.1.3) De docent toont aan dat hij verantwoord kan omgaan met andermans (digitale) producten en op de hoogte is van de regels met betrekking tot plagiaat en plagiaatpreventie.

 

Nu het voor iedereen gemakkelijk is om dossiers, samenvattingen en verslagen op internet te vinden, is de kans op plagiaat toegenomen. Als student heb ik ook veel wetenschappelijke artikelen gelezen en gebruikt voor mijn eigen dossiers. Ik verwerk de informatie in mijn eigen woorden, benoem gebruikte citaten in de lopende tekst en verwijs naar de bron die ik volgens de APA-richtlijnen in de bibliografie vermeld.

Het dossier dat ik geschreven heb voor mijn praktijkonderzoek heb ik op plagiaat laten controleren door Scribbr https://www.scribbr.nl/plagiaat-checker/ . Het is heel eenvoudig, je uploadt je bestand, je geeft je gegevens door, dan volgt er een overzicht en betaal je met Ideal een bedrag (afhankelijk van de grootte van het bestand) voor de plagiaatcheck. Vervolgens krijg je een e-mail met uitleg hoe je de resultaten van de check moet interpreteren. Voor mij was het een geruststelling en bevestiging dat ik me goed aan de regels met betrekking tot plagiaat heb gehouden voor dit belangrijke afstudeeronderzoek.

3500.jpg
3501.jpg
3502.jpg

Voor de werkstukken van mijn leerlingen pak ik het anders aan. Wanneer ik het idee heb dat een ingeleverde tekst niet door de leerling zelf geschreven is, kopieer ik een specifieke zin van de tekst en plak deze in Google. Zodoende kom ik er snel achter waar het stuk uit gekopieerd is. De desbetreffende leerling spreek ik erop aan en leg uit wat de gevolgen zijn van onrechtmatig gebruik van andermans producten en dat je altijd bronnen moet vermelden wanneer je iets overneemt.

3.2.1) De docent toont aan dat hij op efficiënte wijze informatiebronnen kan organiseren en deze kan inzetten als productiefactor voor leren en lesgeven.

 

Zoals ik in 2.2.2. heb aangetoond deel ik informatie via magister met leerlingen en collega’s. Van de lesmethode Ta!ent, die ik voor het vak Nederlands gebruik, heb ik een persoonlijke licentie zodat ik op hun site docentenmateriaal (bijvoorbeeld toetsen) kan vinden. Er is ooit een Dropbox aangemaakt voor de vaksectie Nederlands zodat iedereen daar leerstof, lesideeën en ondersteunende artikelen in kan zetten. Helaas is deze Dropbox verlopen aangezien niemand hiermee heeft gewerkt. Wanneer ik inspiratie zoek voor mijn lessen zoek ik op websites van Leraar24, het SLO, Facebookgroep ‘Leraar Nederlands’, Het Poëziepaleis, Werkvormeninfo, Raadgedicht, Dilemma op Dinsdag, et cetera.

3600.jpg
3601.jpg
1024px-Linkedin.svg.png

3.3.1) De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media.

 

 

Via Linkedin volg ik berichten van collega’s en word ik regelmatig benaderd door recruiters van uitzendbureaus als Maandag en BaanWaarde Onderwijs. Op Pinterest doe ik creatieve ideeën op en ook kijk ik iedere dag op mijn Instagram- en Facebookaccount. 

Leerlingen laat ik niet toe op deze accounts, mijn privéleven wil ik duidelijk scheiden van mijn professionele rol als docent.

 

 

         

 

Op mijn telefoon heb ik de NOS-app en ’s ochtends lees ik thuis de Volkskrant, verder volg ik het journaal en actuele nieuwsprogramma’s. Wanneer ik met mijn leerlingen de actualiteit bespreek doe ik dit bij voorkeur met de digitale weekkrant voor jongeren Sevendays https://www.sevendays.nl/nieuws.

 

Ouders van leerlingen informeer ik per e-mail, collega’s stuur ik ook e-mails of informeer ik via WhatsApp afhankelijk van het type bericht.

3.3.2) De docent toont aan inzicht te hebben in de manier waarop de digitale  wereld invloed heeft op de opvoeding van jongeren. 

 

Natuurlijk kent de enorme ontwikkeling op digitaal gebied veel voordelen. Door Instagram, Snapchat,, Facebook en WhatsApp halen we de wereld naar ons toe. Niet voor niets moet het onderwijs leerlingen voorbereiden op de toekomst op het gebied van ICT-basisvaardigheden, Informatievaardigheden, Mediawijsheid en Computational thinking.

3800.jpg

Klik op de afbeelding voor meer info over 21e eeuwsevaardigheden

Echter, laten we ze ook wijzen op een aantal nadelen zoals telefoon- en gameverslaving. In de pauzes zitten leerlingen obsessief op hun telefoon in plaats van dat ze met elkaar praten. Voor mijn vak Nederlands is spreken-luisteren-gespreksvoering een onderdeel waarop getoetst wordt. Het lijkt wel alsof leerlingen bijna niet meer weten hoe je een echt gesprek hoort te voeren. Ik heb hier een les aan besteed die ik startte met een filmpje.

 

 

 

 

 

De inzet van digitale webtools en de mogelijkheden van ICT kan leiden tot een hogere leeropbrengst maar er kleven ook nadelen aan social media en mobieltjes. Op een studiedag heb ik een presentatie van Prof. dr. Paul A. Kirschner bijgewoond. Hij heeft mij uitgelegd dat Multitasking niet mogelijk is. Wanneer je denkt te kunnen leren met je telefoon naast je, kom je bedrogen uit. Als je continu wordt afgeleid door pop-ups op je beeldscherm of de geluiden van een ontvangen berichtje op je telefoon, kost huiswerk maken anderhalf keer zoveel tijd en maak je meer fouten. Sindsdien doe ik dezelfde test als in dit filmpje in het begin van het schooljaar bij alle klassen die ik lesgeef.

3.3.3) De docent toont aan dat hij voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal- emotionele en morele ontwikkeling.

Aangezien ik onder mijn leerlingen het lezen wil bevorderen, maak ik vaak gebruik van de website www.lezenvoordelijst.nl. Deze website is opgedeeld in een leerlingenpagina waarbij gezocht kan worden naar boekentips gerangschikt op leesniveau, genre, thema en leeftijd. Op de docentenpagina zijn bijpassende opdrachten per boek/niveau te vinden evenals informatie over de auteur en een lees didactisch verslag. De opdrachten dragen bij aan de morele ontwikkeling en de persoonsvorming van leerlingen.

Geregeld duik ik met een leerling achter de computer om samen op deze pagina te zoeken naar een geschikt boek. Klassikaal leg ik ook ieder jaar het gebruik van deze website uit door op het digibord te tonen wat je allemaal kunt vinden op deze website. (zie foto)

 

 

 

Voor leesopdrachten maak ik gebruik van teksten van De Volkskrant of van Sevendays om het verschil in niveau aan te geven (differentiatie). Beelden van Lubach op zondag en DWDD laat ik zien wanneer ik een maatschappelijk thema wil bespreken. Zo’n trigger werkt goed als aanleiding voor een discussie in de klas. Eerder heb ik al aangegeven dat ik veel gebruik maak van onderwijssites zoals het SLO en Leraar24.

Wanneer leerlingen goed gewerkt hebben, trakteer ik ze op een grappig filmpje zoals deze van Rundfunk waarbij de leraar Duits de toetscijfers bekend maakt.

dilemma.jpg

3.3.4) De docent toont aan dat hij leerlingen bewust kan maken van de meerwaarde en risico’s van internetgebruik.

Tijdens mijn mentorles wijs ik mijn leerlingen op de voordelen maar ook op de nadelen van internetgebruik. N.a.v. foto’s van leerlingen die op een pornosite beland zijn en waarna leerlingen  gestalkt en gechanteerd zijn, heeft de school een informatieavond voor ouders en docenten georganiseerd met de buurtpolitie en ICT’ers gespecialiseerd in cybercrime.

pol_bewerkt.png

De brief van de politie (zie foto) heb ik doorgestuurd naar de ouders van mijn mentorleerlingen en in de mentorles heb ik dit probleem met de klas besproken en adviezen gegeven zoals:

- Nooit ‘vrienden’ toevoegen die je niet persoonlijk kent.

- Like geen foto’s van z.g. nepaccounts.

- Besef dat alles wat je op Instagram, Facebook et cetera zet, altijd terug te vinden is, zelfs wanneer je over 10 jaar gaat solliciteren.

- Geef anderen niet jouw wachtwoorden van jouw accounts.

- Wis de beelden wanneer je sexting-photos ontvangt. Ook in de cloud! De politie kan je daarbij helpen (afdeling digitale recherche)

- Ontvangen is niet strafbaar, behouden (kan) wel strafbaar zijn (bezit kinderporno).

- Doorsturen is strafbaar (verspreiden kinderporno). 

- Maak (in geval van cybercrime) als bewijs een ‘print screen’ en ga hiermee naar de politie (digitale recherche). 

Onderstaande knop verwijst naar een website met veel adviezen en informatie over phishing, identiteitsfraude, sterke wachtwoorden en veilig internetbankieren.

Logo-Mijn-Online-IDentiteit.png

3.3.5) De docent toont aan dat hij zich bewust is van online pestgedrag en bekend is met de geldende protocollen.

 

Helaas is het binnen mijn mentorklas al voorgekomen: ‘online pesten’. Om meer begrip te kweken voor pesters, meelopers en de slachtoffers, heb ik het filmpje van DWDD laten zien (zie knop) waarin jongeren uitleggen hoe het mogelijk is dat deze filmpjes massaal gedeeld en geliked worden.

Naderhand heb ik klassikaal het boek Like me van Caja Cazemier gelezen. Hierin wordt een brugklasmeisje gepest op social media. Als eindopdracht heb ik de leerlingen een literaire mindmap laten maken (zie ook 4.5.1.) en hebben we gesproken over wat je kunt doen wanneer jij (of iemand anders) gepest wordt. Het is belangrijk dat je je zorgen deelt en je uitspreekt. Ga naar je mentor, het zorgcentrum op school, of vertel het aan een klasgenoot of een leraar.

3.3.6) De docent toont aan dat hij zijn leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.

Grammatica en spelling krijg je alleen onder de knie door te oefenen. Sites als www.cambiumned.nl en www.jufmelis.nl raad ik daarom mijn leerlingen aan. Op deze sites wordt, naast het aanbieden van oefeningen, ook nog eens de theorie uitgelegd, eventueel gevisualiseerd middels een filmpje.

Sinds begin dit schooljaar is een nieuwe, jonge collega van mij gestart met het maken van een website https://montened.webnode.nl/ die leerlingen extra kan ondersteunen ter voorbereiding op de toetsen.

512x512bb.jpg
4001.jpg
To see more or discuss possible work let's talk >>
bottom of page